Trans Cedron Kruiswegpark te Oostrum
Dames en Heren,
Om wat te vertellen over het kruiswegpark Trans Cedron in Oostrum ontkom ik er niet aan om in mijn verhaal hier en daar kort in te gaan op de geschiedenis van de Mariaverering in Oostrum. In nagenoeg elke rooms-katholieke kerk treffen we kruiswegstaties aan.
14 staties verbeeldend de weg die Jezus heeft afgelegd vanaf de veroordeling door Pilatus tot en met de afname van het kruis na zijn dood.
De vormgeving van deze staties is erg divers. Zo zien we ze onder andere in de vorm van schilderijen, reliëfs of beeldhouwwerken.
Ook in de kerk in Oostrum treffen we een, op koperen platen geschilderde, kruisweg aan. Daarnaast echter, treffen we in Oostrum in een park, ongeveer honderd meter verwijderd van de kerk, nog een kruisweg aan.
Graag wil ik u meenemen in de ontstaansgeschiedenis van dit kruiswegpark.
We schrijven ongeveer het jaar 1350. Een legende vertelt dat een boer op zijn vlasakker een Mariabeeldje vond. Dit beeldje nam hij mee naar huis en de volgende dag was het weg, maar vond hij het beeldje weer terug op dezelfde plek op zijn akker waar hij het daags tevoren had gevonden. Hierbij hoorde hij een stem zeggen “hier wil ik rusten”. De vlasboer beloofde dat hij, indien zijn vlasoogst goed zou zijn, op die plek een kapelletje voor Maria zou bouwen. U begrijpt het al, de vlasoogst was overweldigend. De vlasboer kwam zijn belofte na en bouwde het kapelletje, in de loop der tijd uitgebouwd tot de huidige kerk van Oostrum. Deze “legende” vormt de basis waarop de bedevaart naar Maria in Oostrum is gebaseerd. Ruim vijf eeuwen na het vinden van het Mariabeeldje werd in 1894 dit beeldje namens Zijne Heiligheid Paus Leo XIII gekroond door Monseigneur Paradis, bisschop van Roermond. Het met diamanten versierde gouden kroontje werd geschonken door de familie de Weijchs de Wennen uit Geijsteren.
U zult zich afvragen: wat heeft de kroning van het Mariabeeldje te maken met het kruiswegpark? In 1908 werd gevierd dat het beeldje 25 jaar geleden was gekroond door de bisschop. Bij die gelegenheid werd tevens het kruiswegpark genaamd Trans Cedron gesticht door rector Meijer. Aanvankelijk een eenvoudige aanleg met grot, en daarna in de jaren 1912 tot 1916 ingevuld met statiekapellen. Het park fungeert nog steeds als een plek van bezinning en als plaats voor slotplechtigheden van de voeger veelvuldige processies van de Mariaverering in Oostrum. Deze processies vertrokken vanaf de kerk van Oostrum om na de H. Mis, die werd opgedragen boven op de grot van het park, daar te eindigen. De naam Trans Cedron staat met grote letters in het nog originele gietijzeren hekwerk dat de ingang vormt van het kruiswegpark.
Hoe komt men nu aan de naam Trans Cedron? In het oude testament staat beschreven dat het Joodse volk, nadat het uit ballingschap kwam, de rivier de Cedron moest oversteken om het beloofde land te bereiken. Dit is als beeldspraak gebruikt voor de entree van de doden naar de hemel. Maar het is onwaarschijnlijk dat deze naam, die toen gekozen is, op deze beeldspraak is gebaseerd. Het is meer waarschijnlijk dat de naam gekozen is op basis van het feit dat men in Oostrum een beek moest oversteken, de huidige Oostrumse beek, om het kruiswegpark te bereiken. Cedron is dan hier mogelijk gebruikt als synoniem voor beek.
Veelvuldig wordt “Trans Cedron” genoemd als kerkhof van Oostrum. Dit is echter niet juist.In die tijd, tot 1920, was Oostrum een rectoraat en in de rectoraatkerk mochten toendertijd geen parochiële diensten worden verricht. Onder andere voor begrafenissen was men aangewezen op de kerk van Venray. Dit is dan ook de reden waarom er bij de huidige kerk in Oostrum geen kerkhof is, en ook nooit is geweest. Tot ongeveer 1921 werden de overleden mensen uit Oostrum en ook wel uit andere kerkdorpen begraven op het kerkhof van de St. Petrus Banden Kerk in Venray. De weg die men vanuit Oostrum naar het kerkhof in Venray aflegde, werd ook wel de lijk-weg genoemd. Deze weg liep globaal waar vroegere de Oude Oostrumseweg van Oostrum naar Venray was. Het was een zandweg die vanaf Villa Josephine bij het NS station, door de vroeger velden en akkers van het huidige industrieterrein de Hulst, via het Brükske naar de Petrus Banden Kerk liep. Nadat in 1920 de parochiegrenzen duidelijk waren vastgelegd werd Oostrum een parochie en kreeg op 21 juni 1921 toestemming van de gemeente Venray om een kerkhof op te richten.Maar omdat bij de Oostrumse kerk geen ruimtelijke mogelijkheid was om een kerkhof aan te leggen, werd besloten om de begraafplaats achter het reeds bestaande kruiswegpark Trans Cedron aan te leggen.
Nu weer terug naar het kruiswegpark zelf. Het park bestaat uit 11 kapelletjes en een grot met Calvarieberg en vertonen invloeden van de neogotiek. Zodra u de poort met de naam Trans Cedron binnen gaat ziet u een driehoekig grasveld welk omgeven is door statige bomen en struiken rododendrons. Tussen deze bomen zijn rond het grasveld elf kapelletjes gesitueerd. Deze elf staties beelden een deel van de lijdensweg van Jezus uit. Aan het eind van het grasveld zien we een grot, uitgevoerd in zogenaamd “rotseerwerk”. Bij, op en in de grot zijn de 12e , 13e en 14e statie uitgebeeld. Op de grot is de 12e statie, waarbij Jezus aan het kruis sterft. De 13e statie, bevindt zich aan de voorkant van de grot waarbij de overleden Jezus in de moederschoot ligt, een replica van de Piëta van Michelangelo in de St. Pieter te Rome. Binnenin de grot bevindt zich de 14e statie, hierin is Jezus in het graf gelegd. Het graf c.q. de grot wordt buiten bewaakt door twee engelen. Zogezegd is hiermede de lijdensweg van Jezus volbracht.
De kapellen en afbeeldingen zijn in een periode van 1908 tot 1916 gebouwd naar ontwerp van aannemer/architect A. Martens uit Venray. De kapellen zijn aan de buitenkant opgetrokken met rode en aan de binnenkant met gele bakstenen. De penanten zijn afgedekt met zandsteen en de daken zijn met leien bedekt. In de nissen van de kapellen nemen de reliëfs met de scénes uit de lijdensweg van Jezus een centrale plaats in. Deze reliëfs worden toegeschreven aan Carl Walter uit Trier. Onder de reliëfs zijn gedecoreerde bloementegels in een groenachtige kleur aangebracht, vaak voorzien van de naam van de schenkers van de kapel.Elke kapel wordt afgesloten met een laag hekwerk van smeedijzer met een grote roos in het midden. Het kruiswegpark Trans Cedron is van cultuurhistorische waarde en sinds lange tijd een essentieel onderdeel van de Mariabedevaart in Oostrum. Het park heeft op 26 oktober 2001 de status verkregen van Rijksmonument. Bij vele buitenstaanders is het park onbekend maar voor veel inwoners is het de parel van Oostrum.
Alleszins de moeite waard om te bezoeken; het park is altijd open ook na deze Open Monumentendag.
Bedankt voor uw aandacht.
Lezing uitgesproken bij de opening van de Open Monumentendag Venray in de kerk van Castenray 15-09-2024.
Historische Kring Oostrum en Spraland
J.M. Linskens 15 september 2024