De St. Matthiaskerk in Castenray
Voor de oorsprong van de kerk in Castenray moeten we terug naar 23 januari 1434, toen een altaar gesticht werd ‘ter ere en tot lof van God, de Almachtige en de Zalige Apostel Matthias, in eerder aangewezen, onlangs gewijde Kapel….’.
Eind vijftiende eeuw werd tegen het kleine kapelletje een hoog priesterkoor gebouwd, dat de tijd goed heeft doorstaan. Het staat er heden ten dage namelijk nog steeds. Daarom is de kerk van Castenray aangemerkt als rijksmonument.
Een andere heilige, die in de Castenrayse kapel werd aangeroepen, was de H. Brigida. Een grote veesterfte bracht in 1775 van heinde en verre pelgrims naar het bedevaartsoord, om te bidden tot de patrones van het vee. Deze verering duurde tot na de Tweede Wereldoorlog. Tot 1965 was de feestdag van de H. Brigida nog opgenomen in de parochieliturgie. Nadien is de verering van de heilige echter vrijwel geheel verdwenen.
De kapel werd jarenlang bediend door de geestelijkheid van de St. Petrus’ Bandenkerk te Venray, totdat Castenray in 1804 onder de naburige parochie van de H. Gertrudis te Oirlo kwam te vallen. Castenray streefde echter naar zelfstandigheid en in 1922 werd de geloofsgemeenschap door Mgr. Schrijnen verheven tot rectoraat. Bij de kerk werd een rectoraatswoning gebouwd, die vanaf 1933 als pastorie gebruikt werd. In dat jaar volgde namelijk de verheffing van Castenray tot zelfstandige parochie. In 1910/1911 werd de kleine kapel gesloopt en werd tegen het hoge koor een kapel met drie traveeën gebouwd. Vanwege de vele pelgrims en de groei van het aantal inwoners werd de kapel in 1934 omgebouwd tot volwaardige kerk met een sacristie, een doopkapel, een kinderkapel en een hoge toren. In 1944 bliezen de Duitse bezetters de toren op en het kerkschip werd verwoest. Het historische koor bleef vrijwel ongeschonden, alleen de gebrandschilderde ramen werden verwoest..
In september 1948 was de kerk als eerste in Limburg met toren en al herbouwd en in 1952 werd een fraai glas-in-loodraam, gemaakt door de bekende beeldend kunstenaar Charles Eyck (1897-1983), in de apsis van het koor geplaatst. Het stelde het lijden en de dood van Jezus Christus voor. In 1958 maakte kunstenaar/glazenier Hans Truijen (1928-2005) twee glas-in-loodramen voor het koor van de kerk. Links van het raam van Charles Eyck kwam een raam met de geboorte van Jezus als onderwerp en rechts een raam met de verrijzenis van Jezus, zodat de drie belangrijkste levensfasen van Jezus waren uitgebeeld: de geboorte, het sterven en de verrijzenis.